Vliegregels MVSO

MVO heeft meerdere instructeurs die lessen kunnen verzorgen.
Hieronder een (nog niet compleet) overzicht.

Wat je MOET weten

Laat bij twijfel een ander je model checken voor je de lucht in gaat.
Vlieg altijd in een straal van 180 graden voor je, met je rug naar het hek.
Vlieg nooit boven mensen, over de voetbalvelden wanneer ze in gebruik zijn, over wegen of gebouwen, over de pits of het parkeerterrein.
Houd je model altijd goed inzicht.
Houd afstand van alle andere luchtvaartuigen.
Vlieg alleen bij daglicht.
Vlieg niet hoger dan 300 meter op ons veld, dit is een KNVvL erkend vliegveld.
Let op: ga je buiten ons veld vliegen op een niet-KNVvL veld dan geldt een maximale hoogte van 120 meter.
Blijf uit de buurt van vliegvelden en andere no FLY-zones.
Filmen of een fotograferen: respecteer ieders privacy.

Voorafgaand aan onderstaande vliegbewegingen moet de vlieger deze bijbehorende calls DUIDELIJK aan de andere vliegers kenbaar maken.

Als je wilt starten kijk je even in het rond of er geen mensen of andere luchtvaartuigen in de lucht zijn die het start proces verstoren. U roept dan STARTEN.
Het landen van een luchtvaartuig dient te worden aangekondigd met een luid en duidelijk roepen van het woord LANDEN.
Indien zich een storing voordoet tijdens het vliegen, waardoor een model onbestuurbaar wordt of dreigt te worden, dient dit luid en duidelijk te worden aangekondigd met het woord STORING of NOODLANDING zodat iedereen ter plaatse de benodigde veiligheidsmaatregelen kan treffen.
Als een landing wordt ingezet en deze niet uitvoerbaar is dan geeft u aan DOORSTART.
Voor het laag aanvliegen over de aangegeven baan geeft u aan door te roepen LOWPAS.
Ieder lid van MVSO dient op de hoogte te zijn van en zich te houden aan de inhoud van de Regeling modelvliegen.

Naast bovenstaande houdeden we ons aan de officiele regelgeving zoals:

Houd je aan het maximale startgewicht van jouw luchtvaartuig.
Tijdens de gehele vlucht is er goed zicht op het luchtvaartuig en het luchtruim daaromheen.
Het is verboden een ander luchtvaartuig zo dicht te naderen dat gevaar voor botsing ontstaat, tenzij tussen de bestuurders vooraf hierover afspraken zijn gemaakt.

Voor botsingen in de lucht en op de grond tussen modelvliegtuigen geldt geen schuldvraag.

Doe voor je de lucht in gaat alle checks van je zender, je accu en je luchtvaartuig.
+ Controleer alle stuurbewegingen